Certificatie PlanetProof overzicht jongvee
De certificering van ‘on the way to PlanetProof’ melkveehouders wordt bepaald en ieder jaar ingezien door Stichting Milieukeur (SMK). De deelnemende veehouders worden beoordeeld op algemene eisen melk, biodiversiteit, kringloop indicatoren, natuur & landschap indicatoren, klimaat, dierenwelzijn en diergezondheid. In het kader dierenwelzijn en diergezondheid voor jongvee worden er in 2023, 2025 en 2028 nieuwe basisnormen geïntroduceerd. De regels gelden voor jongvee op eigen bedrijf en op opfokbedrijven.
Bestaande eisen (per ingang 2023)
Eén van de bestaande regels is dat het jongvee niet permanent gehuisvest mag worden in een grupstal of andere vorm van een aanbindsysteem. Het doel is om de beweging van het dier te stimuleren. Het vastzetten van kalveren is wel toegestaan voor enkele uren voor bijvoorbeeld een behandeling, oornummers bevestigen of temperaturen. Voor de aanwezige kalveren en pinken wordt aangeschreven dat ieder dier 1 ligplaats heeft in de koppel.
De KalfOK omvat de kalveropfok in 12 kengetallen. De melkveehouder wordt op basis van prestaties en verdeling beoordeeld met een maximale score van 100 punten. De norm voor de PlanetProof bedraagt een minimaal gemiddelde van 75 punten. In het geval dat de jongveeopfok uitbesteed wordt, wordt de score berekent op gecombineerde gegevens van het melkveebedrijf en opfokbedrijf. De punten opbouw en aftrek worden berekent volgens de regels van deze link.
Aanvullend op de KalfOk dient er jaarlijks een onafhankelijke monitoring over kalverzorg plaats te vinden. In de monitoring wordt moet voldaan worden aan een lagere gemiddelde kalversterfte dan het landelijk gemiddelde. In het geval als er herhaaldelijk te hoge kalversterfte wordt vastgesteld, dient er een plan van aanpak gemaakt te worden om verbetering te vergen.
De aanwezigheid van een schuurborstel geeft het jongvee de mogelijkheid om verveling tegen te gaan en hun huid te verzorgen. De regel geld voor dieren van alle leeftijden, waarbij groepshokken met dieren ouder dan zes maand een borstel met verticale kant en horizontale kant nodig is. Voor kalveren jonger dan zes maand is een horizontale borstel genoeg.
Een recente toevoeging aan het keurmerk is het weiden van jongvee. Door de kalveren in de eerste twee levensjaren minimaal 100 dagen te weiden, leren de dieren op jonge leeftijd te grazen in openlucht. De weidegang van jongvee kan op eigenwijze ingevuld worden volgens een eigen opgesteld schema (weidetype D). Daarnaast stelt Stichting Weidegang weidetypes A, B en C voor, die het voordeel bieden dat er geen schema hoeft worden bijgehouden, enkel praktijkcontrole. Als uitzondering op de geplande weidedagen mogen de dieren binnengehouden worden bij een temperatuur-luchtvochtigheidsindex (THI) van 76 of hoger met een minimale duur van 3 dagen, verwachting voor THI. Bij de jonge kalveren is het mogelijk om voor een vrije in- en uitloop systeem te kiezen en hoeven de geboren kalveren uit maart, april, mei en juni in beweidingstype A, B en D maar 75 dagen in plaats van 100 dagen buiten te lopen, houd rekening dat het gemiddeld aantal wel boven de 100 dagen uitkomt. In het eerste jaar (2023) is toegestaan dat al het jongvee ‘s nachts op stal staat.
Geboortemaand | Leeftijd bij de start van de weidegang | Groep(en) | |
Weidetype A | Kalvergroep 1: De dieren die geboren zijn van begin mei t/m oktober vorig jaar
Kalvergroep 2: De dieren die geboren zijn van vorig jaar november t/m april in het huidige jaar Pinkengroep: Alle aanwezig jongvee van vorig weideseizoen |
Kalvergroep 1: 6 tot 12 maanden
Kalvergroep 2: 3 tot 9 maanden
|
Kalvergroep 1: Begin mei t/m half juli
Kalvergroep 2: Van half juli t/m half september Pinkengroep: Begin mei t/m half oktober |
Weidetype B | Kalvergroep: Alle dieren die geboren zijn van februari vorig jaar t/m januari van het huidige jaar.
Pinkengroep: Alle aanwezig jongvee van vorig weideseizoen |
Kalvergroep: 6 tot 17 maanden
|
Kalvergroep: Begin juni t/m half september
Pinkengroep: Begin mei t/m half oktober |
Weidetype C | Kalvergroep: De dieren die geboren zijn van juli t/m december vorig jaar
Pinkengroep: De dieren die geboren zijn van januari t/m juni vorig jaar |
Kalvergroep: 6 tot 12 maanden
Pinkengroep: 10 tot 15 maanden |
Kalvergroep: Begin juni t/m half september
Pinkengroep: Begin mei t/m half oktober |
Weidetype D | Eigen keuze | Eigen keuze | Eigen keuze |
Regels met ingang van 1 januari 2025
Vanaf 2025 mogen de kalveren in de eerste 14 levensdagen apart van elkaar gehuisvest worden. De kalverboxen en/of iglo’s bevatten voldoende strooisel en moeten de mogelijkheid bieden om lichamelijk contact te hebben. De kalverhuisvesting heeft op zijn dient minstens 130 cm lang te zijn, en 90 cm breed te zijn. Indien de kalverhuisvesting een dak heeft dient deze minstens 125 cm hoog te zijn. Na 14 dagen dienen de kalveren in groepen te worden gehuisvest. In deze kalvergroep heeft ieder kalf een minimale oppervlakte van 3 m² en geld vanaf de vierde maand dat ieder kalf op strohuisvesting elke maand 1 m² er bij krijgt. Op uitzondering van de regel mogen kalveren die niet worden aangehouden tot 28 dagen alleen worden gehuisvest.
Regels met ingang van 1 januari 2028
Vanaf 2028 worden de eisen voor de drinkgelegenheid bij kalveren met een leeftijd vanaf zes maanden en ouder aangescherpt. Als een groep uit tien stuks jongvee of meer bestaat die ouder zijn dan zes maanden wordt de criteria toegevoegd, dat bij deze groepen minimaal twee drinkpunten aanwezig zijn. Er wordt niet aangegeven wat voor type watervoorziening dit dient te zijn (sneldrinker, enkele drinkbak, waterbak, etc.).
Verder gaat er met ingang van hetzelfde jaar een nieuwe basisnorm gelden voor de ligruimte van het jongvee vanaf vier maanden. Deze basisnorm gaat inhouden dat de ligplek uit zacht indrukbaar materiaal is gemaakt. De ligplek mag bestaan uit ingestrooid materiaal of een boxbedekking die is goedkeurd met de DLG-testuitslag, hierbij kan worden gedacht aan (rubber)matras of waterbed.
Eveneens wordt er een nieuwe basisnorm geïntroduceerd voor de daglichttoetreding in de verblijfplaats van het jongvee. Voor alle kalveren en pinken dient er een minimale lichtinlaat van 10% van de totale vloeroppervlakte te zijn. Het percentage lichtinlaat wordt berekent door de oppervlakte van de horizontale lichtinlaat (dakramen, nok) en verticale lichtinlaat (ramen, lichtrooster, open muur) te delen met de ruimte oppervlakte. Let op: de oppervlakte van de verticale lichtinlaat telt als de helft van wat gemeten is ten opzichte van horizontale lichtinlaat.
Topcalf Kalverhuisvesting
Topcalf heeft nieuwe vaste groepshokken ontwikkeld die voldoen aan de vereisten van de nieuwe PlanetProof regelgeving, die van kracht wordt op 1 januari 2025. Deze regelgeving schrijft voor dat kalveren tot aan de derde levensmaand minimaal 3m² per kalf ter beschikking moeten hebben. Na 3 maanden is er voor elke extra maand 1m² extra ruimte per kalf vereist. Het groepshok heeft een oppervlakte van 16,25m², waardoor het mogelijk is om 4 kalveren tot en met de 4e maand samen in hetzelfde groepshok te houden.
Bekijk de producten van Topcalf
Vraag onze
brochure aan
Bent u nieuwsgierig naar onze producten? Vraag hier gratis en vrijblijvend onze brochure aan!
Vraag onze
brochure aan
Bent u nieuwsgierig naar onze producten? Vraag hier gratis en vrijblijvend onze brochure aan!